zaterdag 20 september 2014

Fragment "KOORDDANSEN IN DE MARGE'

STABILITEITSTEST



Bulut is één van mijn beste vrienden. Zijn ouders komen uit Turkije en hij is hier geboren. Hij is de aardigste kerel die ik ken. Trots, met recht, eerlijk en sociaal.
   Ik zeg altijd: ‘Bulut, jij bent een goede Turk.’
Hij weet dat ik dan bedoel te zeggen: ‘Jij bent een goed mens.’ Ik bedoel zeker niet te zeggen dat hij een goede Turk is en dat er zat rond lopen die minder zijn, want dat is niet zo. Het is gewoon een flauw grapje.
   Bulut is werkzaam bij de Douane en is uitgerust met een wapenstok, pepperspray, handboeien en een vuurwapen. Hij zorgt er onder meer voor dat onze kinderen minder in aanraking komen met verdovende middelen. Hij spoort ze op, onderschept en vernietigt ze.
   Eén keer in de vijf jaar moet Bulut een stabiliteitstest ondergaan, om te kijken of hij nog wel stabiel genoeg is.
   Twee weken geleden moest hij die test doen, bestaande uit een lange lijst van emotionele stabiliteitsvragen, een gesprek met een psycholoog en een rollenspel. Hij is altijd een beetje bang voor dat gesprek met de psycholoog. Vandaar dat ik hem op de dag voorafgaand, wat tips heb meegegeven, die ik op mijn beurt weer van een kennis had gehad, wiens zoon psychologie studeert.
   ‘Bulut, goede Turk, goed luisteren nu,’ zei ik. ‘Er zijn een paar dingen die je absoluut niet moet doen, maar er zijn er ook een paar die je juist wel moet doen.’
   ‘Oké, Wolk luistert,’ zei hij. Bulut betekent wolk.
   ‘Je moet in ieder geval rustig blijven en vooral niet gaan huilen,’ zei ik.
   ‘Okidoki, rustig blijven en niet huilen,’ herhaalde hij.
   ‘En je moet zeggen dat je alles een plaatsje hebt gegeven. Dus: je goudvis is dood gegaan, maar je hebt het wel een plaatsje gegeven, snap je?’
   ‘Ik snap het,’ zei hij.
   Vorige week kwam ik Bulut opnieuw tegen.
   ‘En?’ vroeg ik ‘Hoe is het gegaan?’
   ‘Tja,’ zei hij, ‘het blijft lastig, maar volgens mij is het wel aardig gegaan. Maar ja, dat gesprek hé. Ik denk dat ze nog geen 30 was, die psychologe. Leuk ding, maar toch niet mijn type. Ze stak meteen van wal, man. Meneer, wat zijn uw goede en slechte eigenschappen en begint u maar met de goede, zei ze. Toen zei ik tegen haar dat ik als goede eigenschap had, dat ik een goede Turk was, trots, eerlijk en sociaal, net wat jij altijd zegt, toch?’
   ‘Oké, moet kunnen,’ zei ik. ’En wat was je slechte?’
   ‘Ik heb gezegd dat ik nogal ongeduldig kan zijn,’ zei Bulut. ‘Of ik daar een voorbeeld van kon geven, vroeg ze.'
   ‘En, kon je dat?’ vroeg ik.
   ‘Ja hoor. Ik zei dat ik tijdens het autorijden wel eens ongeduldig kan zijn. Ze vroeg meteen waarin zich dat uitte. Dus zeg ik tegen haar dat het er aan ligt of mijn vrouw in de auto zit of niet.’
   Ik keek hem vragend aan.
   ‘Ja, zo keek zij ook,’ zei hij.
   ‘En wat zei je?’ vroeg ik.
   ‘Ik zei, dat als mijn vrouw niet in de auto zit, ik op het stuur sla en zit ze er wel in, dan sla ik haar.’
   ‘Heb je dat echt gezegd?’ vroeg ik.
   ‘Jazeker, maar ik zei er ook gelijk bij dat dat laatste een grapje was, maar ze ging wel meteen een hoop dingen opschrijven.’
   ‘Ja, gek hé,’ zei ik. ‘Verder nog wat?’
   ‘Ze begon daarna met de vraag of er iemand overleden was en hoe ik daar op gereageerd heb. Dus heb ik gedaan wat jij tegen mij hebt gezegd. Ik zei dat mijn goudvis dood was gegaan, en mijn kat, en mijn Oma Fatima, maar dat ik het allemaal een plaatsje heb gegeven.’
   ‘Klasse,’ zei ik ‘maar die goudvis had je wel weg kunnen laten.’
   ‘Vraagt ze opeens wanneer ik voor het laatst heb gehuild.’
   ‘En wanneer was dat?’
   ‘Ja, vorige week, weet jij hoeveel uien er in Imam Bayildi gaan?’
   ‘In wat?’ vroeg ik.
   ‘Dat is aubergine gevuld met uien. Dus ik heb gezegd dat ik toen moest huilen, maar don’t worry, dat ik het wel een plaatsje heb gegeven.'
   ‘Oké dan,’ zei ik. ‘Zijn we klaar?’
   ‘Nee, want als laatste vroeg ze of ik wel eens driftig ben of zou kunnen worden, met een voorbeeld erbij.’
   ‘En?’ vroeg ik.
   ‘Ik heb haar gezegd, want je weet ik ben eerlijk, dat ik driftig word wanneer er iemand aan mijn vrouw zit.’
   ‘Dat weet ik,’ grapte ik.
   ‘Ze vroeg wat ik dan eventueel zou kunnen doen. Zeg ik tegen dat mokkel: zou kunnen doen, zou kunnen doen, ik weet zeker dat ik het doe. Wat dan, vraagt ze. Zeg ik: ik sla hem hartstikke dood en ik zie haar opnieuw schrijven. Heb ik er meteen bij gezegd: maar, mevrouw… ik zal hem wel een goed plaatsje geven.’  

Daar ging ik dan met mijn goede adviezen, en ik dacht maar aan één ding: Bulut loopt binnenkort zonder vuurwapen op straat.

vrijdag 19 september 2014

Hé hé eindelijk

Koorddansen in de marge ook gepubliceerd en vanaf nu leverbaar.

Klik op het boek voor meer details.

donderdag 4 september 2014

the EASY WAY

Met www.keeswillekes.nl of www.keesschrijftboeken.nl kom je ook op dit blog!!